Het overzicht van het EMU-saldo is een verplicht onderdeel in de begroting. Samen met de geprognosticeerde balans geeft het inzicht in toekomstige ontwikkelingen van de financieringsbehoefte van de gemeente Gouda.
| Omschrijving (bedragen * € 1.000) | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|
|
| Volgens realisatie tot en met sept 2021, aangevuld met raming resterende periode | Volgens begroting 2022 | Volgens meerjaren-raming in begroting 2023 | Volgens meerjaren-raming in begroting 2024 | Volgens meerjaren-raming in begroting 2025 |
1. | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -4.812 | -5.277 | 1.378 | 3.722 | 5.421 |
2. | Mutatie (im)materiële vaste activa | 32.333 | 51.000 | 44.400 | 36.800 | 36.800 |
3. | Mutatie voorzieningen | 6.908 | 9.932 | 9.070 | 7.290 | 8.022 |
4. | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | -11.593 | -2.049 | -3.625 | -4.308 | 934 |
5. | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| Berekend EMU-saldo | -18.644 | -44.296 | -30.327 | -21.480 | -24.291 |
De begroting van Gouda is opgesteld conform een (gemodificeerd) stelsel van baten en lasten. Het EMU saldo gaat niet uit vIn het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art. 20) is de verplichting vastgelegd dat de gemeenten het geraamde EMU-saldo moeten opnemen in de programmabegroting over het vorig begrotingsjaar, het begrotingsjaar jaar en de drie daar op volgende jaren. Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven met derden (dus geen afschrijvingen, waardemutaties, etc.) van de overheid op transactiebasis in een bepaald jaar. Het EMU-saldo geeft aan of er in een bepaald jaar met reële transacties meer geld uitgegeven wordt dan in een jaar binnenkomt, of dat er geld overgehouden wordt. Het EMU-saldo is daarmee een indicatie voor de ontwikkeling van de liquiditeits- en financiële positie (eigen vermogen en schulden) van de gemeente.
In de jaren tot en met 2015 werden er een individuele referentiewaarden van het EMU-tekort vastgesteld. Voor 2019-2022 is het jaarlijkse aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gesteld op 0,4%. Er is geen onderverdeling naar gemeenten, provincies en waterschappen vastgesteld. Het aandeel in het EMU-tekort betreft een inspanningsverplichting, er staat momenteel geen sanctie op een eventuele overschrijding van het toegestane EMU-tekort.