De bij dit onderdeel geraamde onttrekkingen zijn grotendeels een gevolg van de besluitvorming over de aanwending van de reserve sociaal domein en de algemene reserve.
Dit taakveld toont in feite het begrotingssaldo, na alle toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Het begrotingssaldo kent het volgende meerjarige verloop.
Bedragen * € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Begrotingssaldo | -4.041 | 1.684 | 3.184 | 4.159 |
Het saldo wordt administratief technisch in 2022 onttrokken en in 2023, 2024 en 2025 toegevoegd aan de algemene reserve.
De onroerende zaakbelasting (OZB) is een belasting die gemeenten mogen heffen over woningen en niet-woningen. De OZB maakt onderdeel uit van de groep lokale heffingen (rioolheffing, OZB, afvalstoffenheffing, leges, parkeeropbrengsten, precariobelasting, hondenbelasting, havengelden, staangelden, marktgelden en toeristenbelasting) en genereert voor de gemeente Gouda binnen de lokale heffingen de op een na hoogste belastingopbrengst. De OZB kan worden gesplitst in een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. De aanslagen OZB worden berekend op basis van de waarde van de onroerende zaken. Deze waardering dient de gemeente uit te voeren op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ).
Het tarief voor de heffing van de OZB wordt jaarlijks gewijzigd. De aanslag OZB wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaken, zoals die op de voet van de Wet WOZ wordt vastgesteld. Voor het jaar 2022 worden de onroerende zaken gewaardeerd naar waardepeildatum 1 januari 2021.
Aan de lastenkant worden kosten geraamd voor het innen van de opgelegde belastingen, de zogenaamde perceptiekosten. Feitelijk zijn dit alle personele en materiële kosten die verband houden met de oplegging, inning, afhandeling van bezwaarschriften en de kosten van de uitvoering van de Wet WOZ.
Tot dit taakveld behoren de heffing en invordering van parkeerbelasting, de opbrengsten van parkeerfaciliteiten en de opbrengsten uit boetes. In Gouda zorgen met name het betaalde straatparkeren rondom de binnenstad en de stationsparkeergarage voor jaarlijkse inkomsten.
Tot dit taakveld behoren overige gemeentelijke belastingen, zoals de precariobelasting en de hondenbelasting.
Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds
De (algemene) uitkering uit het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeente. De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald op basis van objectieve maatstaven zoals bijvoorbeeld het aantal inwoners, het aantal woonruimten en andere sociale en fysieke kenmerken van de gemeente. Naast de algemene uitkering komen uit het gemeentefonds ook decentralisatie-uitkeringen, integratie-uitkeringen en suppletie-uitkeringen, die allemaal hun eigen specifieke basis hebben.
De hoogte van de uitkering uit het gemeentefonds voor de periode 2022-2025 is gebaseerd op informatie uit de meicirculaire gemeentefonds 2021. De raad is met de raadsmemo van 29 juni 2021 geïnformeerd over de uitkomsten van deze circulaire.
De fondsbeheerders hebben de eerder beoogde ingangsdatum van 1 januari 2022 voor de nieuwe verdeling van het gemeentefonds losgelaten. Besluitvorming over de invoering van de nieuwe verdeling - voorzien per 1 januari 2023 - is aan het nieuwe kabinet. Na definitieve besluitvorming vindt zo spoedig mogelijk de verwerking in een circulaire van het gemeentefonds plaats. De herverdeeleffecten zullen op dat moment definitief worden bepaald.
Over de resultaten van de septembercirculaire 2021 wordt de raad afzonderlijk geïnformeerd. De uitkomsten worden bij de eerstvolgende begrotingswijziging verwerkt.
Binnen dit taakveld presenteert de gemeente de algemene lasten en baten, de post onvoorziene uitgaven algemeen en de stelposten voor nog toe te wijzen middelen. Binnen dit taakveld staan ook de loonkosten voor bovenformatief personeel dat niet meer aan het werk is en de lasten en baten van gedetacheerd personeel.
Wettelijk is voorgeschreven dat in de programmabegroting een post voor onvoorziene uitgaven is opgenomen. Er zijn geen voorschriften, of normen, over de omvang hiervan. Het is aan de raad om aan te geven welke omvang hij nodig acht. De raming voor 2022 bedraagt € 151.000. Dit is het totaalbedrag dat beschikbaar is voor alle programma’s tezamen, dat onder voorwaarden (onvoorzien, onvermijdbaar, onuitstelbaar) kan worden aangewend. De hoogte van de onvoorziene uitgaven is trouwens niet bedoeld om omvangrijke afwijkingen binnen de begroting op te vangen. Daarvoor dient de beschikbare weerstandscapaciteit.
Stelposten zijn posten die wel in de begroting zijn meegenomen voor het algemeen beeld, maar nog niet zijn uitgewerkt of ingevuld. Dit omdat nog niet bekend is hoe de verdeling precies plaatsvindt. Het is wenselijk zo min mogelijk met stelposten te werken.
Binnen de begroting van Gouda zijn de volgende stelposten verwerkt:
Alle bedragen in onderstaande tabel zijn positief. Dat betekent dat de middelen beschikbaar zijn voor besteding.
Als onderdeel van de algemene baten en lasten is ook de reeds gerealiseerde en verwachte winstuitkering geboekt van het Bedrijvenschap Regio Gouda (BRG) met betrekking tot Gouwe Park. De BRG heeft besloten tot een fysieke winstuitkering aan de drie deelnemende gemeenten in de jaren 2020 (€ 1 miljoen), 2021 (€ 1 miljoen) en 2022 (ongeveer € 1,9 miljoen). Conform het besluit van het algemeen bestuur wordt het BRG 31 december 2022 opgeheven.
Overheden vallen onder de vennootschapsbelastingplicht. Over de winst die zij met ondernemingsactiviteiten hebben behaald, moeten zij vennootschapsbelasting (VPB) betalen.
De gemeente Gouda verwacht op basis van de huidige inzichten dat de activiteiten Straatparkeren, Parkeergarage, reclame, bedrijfsafval en opbrengsten restafval (PMD, ijzer, glas) door de ondernemerspoort gaan: